De NEN 2535 bevat voorschriften voor het ontwerpen, uitvoeren, samenwerken met andere installaties en de kwaliteit van brandmeldinstallaties die geïnstalleerd worden. Het volgen van de richtlijnen van de NEN 2535 kan resulteren in een doeltreffende brandmeldinstallatie. Door het naleven van de norm kan er worden bijgedragen aan de veiligheid en bescherming van mensenlevens en eigendommen in gebouwen.
Bij Stravea werken we elke dag aan een veilige leefomgeving. We stemmen onze werkzaamheden precies af op uw situatie. Benieuwd wat we voor uw organisatie kunnen betekenen? Vraag een vrijblijvende offerte aan. We nemen zo snel mogelijk contact met u op.
Onze adviesdiensten:
Een brandmeldinstallatie is een alarmsysteem waarmee een brand zo vroeg mogelijk wordt ontdekt. Het bestaat uit een samenstel van onderdelen, waaronder rookmelders en handmelders. Zo kunnen snel de nodige maatregelen worden genomen. Er wordt bijvoorbeeld een ontruimingsalarm geactiveerd om mensen te evacueren, deuren worden automatisch opengezet of er wordt een blussysteem geactiveerd.
Doordat er snel ingespeeld kan worden op de gevaarlijke situatie wordt zoveel mogelijk schade voorkomen. Dit voorkomt bijvoorbeeld:
Een brandmeldinstallatie is ontworpen om brand zo vroeg mogelijk te detecteren door middel van een alarmsysteem dat bestaat uit verschillende onderdelen, waaronder rookmelders en handbrandmelders. Deze detectie zorgt ervoor dat de nodige maatregelen snel genomen kunnen worden, zoals het activeren van een ontruimingsalarm om mensen te evacueren, het automatisch openen van deuren of het activeren van een blussysteem. Het snelle reactievermogen van de brandmeldinstallatie kan de schade beperken en slachtoffers voorkomen, zoals bijvoorbeeld:
Een goede werking van de brandmeldinstallatie is daarom cruciaal om de veiligheid van mensen en eigendommen te waarborgen en mogelijke gevolgschade te minimaliseren.
Een optische rookmelder maakt gebruik van infrarood om te functioneren. In de rookmelder bevindt zich een lichtgevoelige cel die de infrarode lichtbundel opvangt. Wanneer de lichtbundel van de rookmelder wordt onderbroken, zal het alarm afgaan. Dit kan gebeuren door rook, maar ook door stof. In een “standaard” omgevingen is een optische melder de meest gebruikte detector. Deze melder werkt volgens het strooilichtprincipe en is ideaal voor het detecteren van zichtbare rookdeeltjes van smeulende branden, brandend plastic of vloeistoffen waarbij rook vrijkomt.
Een thermische melder werkt op basis van de temperatuur en geeft een waarschuwingssignaal wanneer de temperatuur snel stijgt of een bepaald niveau bereikt. In tegenstelling tot een optische rookmelder, zal deze melder niet afgaan bij rookontwikkeling.
Deze detector is een multicriteriadetector met een geïntegreerde optische rooksensor en temperatuurdetectie. Door de combinatie van deze twee detectieprincipes is het mogelijk om langzaam ontwikkelende branden en branden met een hoge warmteontwikkeling betrouwbaar te herkennen. Dit leidt tot een aanzienlijke verbetering van de detectiezekerheid en vermindert het risico op ongewenste alarmen.
Deze detector combineert maar liefst drie verschillende detectiemethoden in één behuizing: optische rookdetectie, thermische temperatuurdetectie en een gassensor voor CO-gas. Door deze drie sensoren kan de detector branden detecteren vanaf de smeulfase tot aan een open brand.
Bij smeulbranden ontstaat vaak veel reukloos CO-gas, terwijl er nog nauwelijks rook of temperatuurontwikkeling is. Hierdoor worden smeulbranden vaak pas laat gedetecteerd met een standaard rookmelder.
Handbrandmelders zijn een vorm van niet-automatische melders waarmee brand handmatig kan worden gemeld. Door het indrukken van de melder wordt de brandmeldinstallatie geactiveerd, waardoor aanwezige personen worden gewaarschuwd en noodzakelijke maatregelen kunnen worden genomen. Een brandmelding van een handbrandmelder hoeft niet altijd de locatie van de brand te geven. De handbrandmelder zal in de alarmtoestand blijven totdat het ruitje is vervangen of de melder is hersteld.
Een ontruimingsalarminstallatie waarschuwt bij brand of andere noodsituaties. Vaak is de ontruimingsalarminstallatie gekoppeld aan een brandmeldinstallatie. Het doel van de ontruimingsalarminstallatie is om de personen in het gebouw te alarmeren, zodat er een snelle en georganiseerde evacuatie kan plaatsvinden.
Een brandveiligheidsinstallatie kan alleen effectief functioneren wanneer het beheer, de controle en het onderhoud op de juiste manier wordt uitgevoerd. Dit staat beschreven in de NEN 2654.
Het CCV-inspectieschema Brandbeveiliging biedt de mogelijkheid om inspecties uit te voeren op basis van afgeleide doelstellingen. Deze inspecties omvatten de beoordeling van de uitgangspunten, het detailontwerp en de uiteindelijke installatie. Bij een positieve beoordeling kan er een inspectiecertificaat worden afgegeven.
Brandveiligheid van gebouwen – Brandmeldinstallaties – Systeem- en kwaliteitseisen en projectierichtlijnen. NEN 2535 geeft regels voor het ontwerp, de uitvoering, de compatibiliteit en de kwaliteit van het te installeren brandmeldsysteem.
Brandveiligheid van gebouwen – Rookmelders voor woonfuncties
Brandveiligheid van gebouwen – Ontruimingsalarminstallaties – Systeem- en kwaliteitseisen en projecteringsrichtlijnen.
NEN 2575 geeft eisen voor het ontwerp, de uitvoering, de compatibiliteit en de kwaliteit van ontruimingsalarminstallaties die zijn bedoeld om in geval van brand of andere noodsituaties een snelle en goede ontruiming van een gebouw en/of buitenruimte uit te voeren. De norm gaat in op verschillende ontruimingsalarminstallaties, zoals o.a. stilalarm en luidalarm.
Een ontruimingsalarminstallatie waarschuwt bij brand of andere noodsituaties. Vaak is de ontruimingsalarminstallatie gekoppeld aan een brandmeldinstallatie. Het doel van de ontruimingsalarminstallatie is om de personen in het gebouw te alarmeren, zodat er een snelle en georganiseerde evacuatie kan plaatsvinden.
Beheer, controle en onderhoud van brandbeveiligingsinstallaties.
Een brandmeldinstallatie kan alleen effectief blijven functioneren wanneer het beheer, de controle en het onderhoud van de installatie op de juiste wijze plaatsvindt. NEN 2654 geeft de nodige aanwijzingen en eisen die in dit verband moeten worden aangehouden.
Automatische brandmeldinstallaties
De NEN-EN 54 productnormserie is van toepassing op brandmeldsystemen in en om gebouwen, gemaakt van verschillende onderdelen die communiceren met als doel het detecteren van brand op het vroegst mogelijke moment. Bovendien om alarm te kunnen slaan, zowel locaal als bij beheerinstanties. Bij brandalarm kan ook signaal worden gegeven aan andere brandmeldsystemen om af en/of uit te gaan. De normserie bestaan uit circa 20 delen. Hieronder staan een aantal delen uitgelicht.
Je hebt verschillende soorten type van detectie bij brandmeldinstallaties. Deze worden weergegeven in Bijlage I van het bouwbesluit:
Brandmeldinstallaties hebben een lange geschiedenis die teruggaat tot de oudheid. In die tijd werden verschillende methoden gebruikt om branden te detecteren, waaronder wachttorens, bellen en zelfs dieren zoals honden.
In de negentiende eeuw werden de eerste geautomatiseerde brandmeldsystemen ontwikkeld. Deze systemen werden doorgaans in werking gesteld door middel van temperatuursensoren die bij hoge temperaturen een signaal afgaven om de brandmeldinstallatie te activeren. Hoewel deze systemen relatief eenvoudig waren, werden ze voornamelijk toegepast in industriële omgevingen.
Rond de jaren 1920 en 1930 werden de eerste brandmeldinstallaties ontwikkeld die gebruikmaakten van rookmelders. Deze systemen waren een stuk efficiënter in het detecteren van branden omdat ze in staat waren rook te detecteren voordat er daadwerkelijk vuur uitbrak. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden deze systemen op grote schaal ingezet in militaire installaties en fabrieken.
In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw werden brandmeldinstallaties steeds geavanceerder en betrouwbaarder dankzij de ontwikkeling van geavanceerde elektronische sensoren die in staat waren om verschillende soorten rook en brand te detecteren. Bovendien werden deze systemen gekoppeld aan andere beveiligingssystemen, zoals sprinklersystemen en toegangscontrolesystemen.
Vanaf de jaren 70 zijn brandmeldinstallaties verplicht in veel gebouwen, waaronder ziekenhuizen, scholen, hotels en kantoren, vanwege de toegenomen wet- en regelgeving rondom brandveiligheid. De eisen aan brandmeldinstallaties zijn daardoor ook toegenomen. Moderne brandmeldinstallaties maken gebruik van geavanceerde technologieën, zoals draadloze sensoren, intelligente software en geavanceerde communicatietechnologieën, om branden snel en effectief te detecteren, signaleren en hierop te reageren.
Wilt u meer weten over onze werkzaamheden en het bedrijf dan staan wij u graag te woord.